Een fragment uit de brief:
"De VSF juicht toe dat er aandacht is voor het aan het sporten krijgen van niet-sportactieve jongeren. Een doelstelling waar sportfederaties en VSF dagelijks aan (mee)werken. En ook op vlak van deze oproep zijn we in overleg met ISB om concreet de link te leggen tussen sportfederaties, sportclubs en de indienende gemeenten en te zoeken naar samenwerking in functie van synergie.
Zoals u weet vormen actieve gediplomeerde lesgevers en trainers één van de hoofdpijlers van de subsidiëring van sportfederaties (decreet georganiseerde sportsector). Daarnaast verwacht u via het decreet, terecht, dat sportfederaties via hun sportclubs werk maken van een breed en laagdrempelig sportaanbod. Deze twee aspecten (kwaliteit via gediplomeerden en laagdrempeligheid) spreken elkaar niet tegen.
De VSF zijn dan ook verbaasd over het feit dat binnen de oproep naschoolse sport geen voorwaarden gesteld worden op vlak diploma’s bij de lesgevers. We willen u ten minste duiden op de discrepantie in visie en verwachtingen, zonder ons verder uit te spreken over de inhoudelijke keuzes die zijn gemaakt. Daarbij stellen we ons uiteraard wel vragen richting een minimale (pedagogische) geschooldheid bij de sportbegeleiders voor de vooropgestelde leeftijd. Zeker gezien de gestelde voorbeelden als rugby en kickboksen (ziet u dergelijke sporten al begeleid worden door niet-gediplomeerde lesgevers?), maar eveneens voor andere sport(vorm)en..."
Wie wil kan hier de volledige brief nalezen. We houden onze leden uiteraard op de hoogte van het antwoord van de minister.