Facebook
Twitter
Aansprakelijkheid effectieve leden

Bron: VSDC
 
1. Effectieve leden
We benadrukken dat deze tekst de aansprakelijkheid van de effectieve leden bespreekt en dus niet de aansprakelijkheid van de toegetreden (of aangesloten) leden.

Toegetreden leden zijn leden die genieten van de activiteiten van de vereniging, tegen al dan niet een betaling van een lidgeld. Zij hebben geen stemrecht op de algemene vergadering, beschikken niet over de rechten en plichten van de effectieve leden en hebben geen inbreng bij het bepalen van het beleid van de vzw. De toegetreden leden worden dan ook niet beschouwd als leden in de zin van het WWV. De toegetreden leden dragen dan ook geen aansprakelijkheid voor eventuele schulden van de vzw of voor schade die voortvloeit uit de gebrekkige organisatie van een vzw-activiteit.

Het WVV regelt enkel de rechten en verplichtingen van de effectieve leden, niet van de toegetreden leden. De effectieve leden zijn in eerste instantie de leden-oprichters (die de oprichtingsakte ondertekenen) en diegene die na oprichting als effectief lid worden aanvaard op basis van de regeling zoals bepaald in de statuten. De effectieve leden maken deel uit van de algemene vergadering, het hoogste beleidsorgaan van de vzw en beschikken over meerdere rechten, zoals bijvoorbeeld het stemrecht op de algemene vergadering en het recht om de algemene vergadering te laten samenroepen. Ook de effectieve leden zijn in de regel niet aansprakelijk voor eventuele schulden van de vzw of voor schade die voortvloeit uit de gebrekkige organisatie van een vzw-activiteit.

Het verder gebruik van de term lid of leden in deze tekst heeft steeds betrekking op de effectieve leden.

2. Geen persoonlijke aansprakelijkheid

Het WVV bepaalt uitdrukkelijk in artikel 9:1: De vzw is een vereniging met rechtspersoonlijkheid waarvan de leden in die hoedanigheid niet aansprakelijk zijn voor de verbintenissen die de vereniging aangaat.

In tegenstelling tot de bij de bestuurders, voorziet het WVV niet in een uitgebreide wettelijke regeling met uitzonderingen op dit principe. Zij lopen geen enkele persoonlijke aansprakelijkheid op voor de handelingen van de vzw. De effectieve leden kunnen wel gehouden zijn tot betaling van een jaarlijkse bijdrage, indien deze wordt gevraagd. In voorkomend geval moet het maximumbedrag van de bijdragen in de statuten opgenomen worden. En lid dat zijn bijdragen niet betaalt, kan geacht worden ontslag te nemen.

 
3. Beperkte uitzonderingen voor specifieke handelingen


a)       Verbintenissen aangegaan door de leden van een vzw in oprichting

Artikel 2:2 WVV bepaalt: tenzij anders is overeengekomen, zijn zij die in naam van een vzw in oprichting en vooraleer deze rechtspersoonlijkheid heeft verkregen, in enigerlei hoedanigheid een verbintenis hebben aangegaan, persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk, behalve wanneer binnen twee jaar na het ontstaan van de verbintenis rechtspersoonlijkheid werd verkregen en de rechtspersoon die verbintenis binnen drie maanden na voormelde verkrijging van de rechtspersoonlijkheid heeft overgenomen. Verbintenissen overgenomen door de rechtspersoon worden geacht door hem te zijn aangegaan vanaf het ontstaan van die verbintenissen.

Wat betekent dit in mensentaal?

Het is zo dat diegenen die de vzw zullen oprichten, reeds voor de oprichting van de vzw, al de nodige verbintenissen kunnen sluiten. De bedoeling hierbij is niet om zelf deze overeenkomst in eigen naam te sluiten, maar in naam van de vzw (in oprichting). Zolang de vzw effectief wordt opgericht, zal deze verbintenis ook effectief overgedragen worden op de vzw. Echter, als men om één of andere reden de vzw toch niet opricht, dan zullen de ondertekenaars van dergelijke verbintenis persoonlijk en hoofdelijk moeten opdraaien voor de volledige geleden schade van de contractpartij.

De voorwaarde om persoonlijke aansprakelijkheid te vermijden is dan wel dat de vzw opgericht wordt (rechtspersoonlijkheid verkrijgt) binnen de twee jaar na het ontstaan van de verbintenis en dat de vzw die verbintenis binnen drie maanden na oprichting heeft overgenomen. Deze overname kan gebeuren door een bijlage toe te voegen aan de oorspronkelijke overeenkomst. In de praktijk zal dit echter gebeuren door de effectieve uitvoering van de overeenkomst door de vzw.

Men kan deze aansprakelijkheid inperken door de verbintenissen te sluiten onder de ontbindende voorwaarde van de oprichting van een vzw en van overname van de verbintenis door de vzw. Dit wil zeggen dat als de vzw niet effectief wordt opgericht of zij die verbintenis niet overneemt, dat het contract dan vervalt.

Als tip geven wij mee om altijd eerst de vzw op te richten om vervolgens pas verbintenissen af te sluiten.

b)      Oprichtersaansprakelijkheid?

Een belangrijk verschil tussen vennootschappen en verenigingen ligt in de oprichtersaansprakelijkheid. Die is er niet bij de oprichting van een vzw. Vooraleer men een vzw opricht, dient men geen financieel plan op te stellen. Dit moet wel gebeuren bij de oprichting van een vennootschap. Indien een vennootschap failliet gaat binnen drie jaar na oprichting en indien het kapitaal bij de oprichting ontoereikend was voor de normale uitoefening van de activiteiten over ten minste twee jaar, dan zijn de oprichters hiervoor aansprakelijk. Wat wel mogelijk is bij de oprichting van een vzw, is dat de oprichters aansprakelijk zijn indien ze een vzw oprichten om schade te berokkenen aan anderen of om bepaalde wetgeving te omzeilen. Derden kunnen dan de oprichters aanspreken voor de fouten die ze zouden hebben begaan op voorwaarde dat deze derde een fout, schade en een oorzakelijk verband kan aantonen tussen de fout en de geleden schade.

Deze aansprakelijkheid mag niet verward worden met de faillissementsaansprakelijkheid voor bestuurders van grotere vzw’s.

c)       Aansprakelijkheid bij niet vermelden van de vzw-gegevens

Alle akten , facturen, aankondigingen, bekendmakingen, brieven, orders, websites en andere stukken, al dan niet in elektronische vorm, uitgaande van een rechtspersoon moeten de volgende gegevens vermelden:

*        de naam van de rechtspersoon;

*        de rechtsvorm, voluit of afgekort;

*        de nauwkeurige aanduiding van de zetel van de rechtspersoon;

*        het ondernemingsnummer;

*        het woord ‘rechtspersoonlijkheid’ of de afkorting ‘RPR’, gevolgd met de vermelding van de rechtbank van de zetel van de rechtspersoon;

*        in voorkomend geval, het feit dat de rechtspersoon in vereffening is.

Het is belangrijk dat deze stukken de gegevens bevatten. Hij die namens een vzw meewerkt aan een akte of website die niet voldoet aan de in artikel 2:20 (WVV) bedoelde voorschriften kan, naar gelang van de omstandigheden, aansprakelijk worden gesteld voor de daarin door de rechtspersoon aangegane verbintenissen.

Deze aansprakelijkheid geldt voor iedereen, dus niet enkel voor effectieve leden, maar ook voor bestuurders, toegetreden leden, losse medewerkers, vrijwilligers, personeelsleden,…

4. Burgerlijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid


Voor de volledigheid geven we nog mee dat uiteraard steeds de algemene regels inzake burgerrechtelijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid een rol spelen, ook tijdens het verenigingsleven.

Wie schade toebrengt aan een ander of aan zijn bezittingen, kan steeds (burgerrechtelijk) aansprakelijk gesteld worden (behoudens dekking door bijvoorbeeld een vrijwilligersverzekering). Wie strafrechtelijke inbreuken pleegt, kan hiervoor ook gesanctioneerd worden.

 

Bron: VSDC VZW Review – Nr 192

 

Welkom bij de website van VIV, de Vlaamse organisatie voor Internationale Volkssporten vzw.
Algemeen
Extra
Contacteer ons
VIV vzw
Zuiderlaan 13
9000 Gent (BE)
info@viv-sport.be
© 2012-2023 VIV vzw | Privacy
Produced by NetQue: E-Business Solutions